Wij kunnen uw pomp vervangen door een nieuwe of door een gereviseerde pomp.
Revisie van de Vialle pomp
Wij kunnen zelf de Vialle pomp reviseren, waardoor de prijs een stuk goedkoper is dan wanneer de tank moet teruggestuurd worden naar Vialle. Dat scheelt al snel de helft van de prijs.
Let op, de pomp die zit achter een rechthoekig kastje kan niet worden gereviseerd. Alleen de LPi PTC60 pomp kan gereviseerd worden.
Heel oud type pomp. Deze kunnen wij niet reviseren.
Vialle pomp met rond deksel, dit is de LPi pomp en kan worden gereviseerd.
Hierin zit een LPi pomp die gereviseerd kan worden.
Met de ontwikkeling van LPdi vergroot Vialle als producent van alternatieve brandstof- en autogassystemen haar technologische voorsprong wederom. Net als bij het LPI-systeem houdt het LPdi-systeem, het autogas gedurende het hele proces in vloeibare toestand. Met het LPdi-systeem kan echter voor het eerst het inlaatspruitstuk worden overgeslagen waardoor het systeem voor de nieuwste direct ingespoten benzinemotoren beschikbaar komt.
Het autogas wordt bij het LPdi-systeem net zoals bij de benzine-inspuiting rechtstreeks in de cilinders ingespoten. Voor deze techniek zijn enkele nieuwe gepatenteerde elementen ontwikkeld.
Voordelen
Het LPdi-systeem van Vialle kent meerdere voordelen. Het is een onderhoudsvrij systeem waarbij dankzij de directe injectie geen filteronderdelen vervangen hoeven worden. Ook aanpassingen van het koelsysteem van de motor kunnen achterwege blijven, zodat altijd het volledige motorvermogen beschikbaar blijft. De directe brandstofinjectie van de op zich al schone autogas kan een CO2-reductie tot 20% ople-veren. Voor zowel nieuwe als voor bestaande auto’s blijft de Euro 5-emissienorm na inbouw van het LPdi-systeem behouden. De directe inspuiting maakt een exacte dosering van de hoeveelheid brandstof mogelijk. Dit zorgt ervoor dat het motormanagement volledig inzetbaar is en komt het verbruik en rijeigenschappen ten goede. Vanzelfsprekend blijft de Euro 5-emissienorm na inbouw van het LPdi-systeem behouden.
Techniek
LPdi maakt gebruik van de uit het LPi systeem bekende tank met geïntegreerde membraanpomp. De pomp zorgt voor drukverhoging en circulatie van het vloeibare autogas. Het kloppend hart van het LPdi systeem is de gepatenteerde FSU (Fuel Selector Unit) welke het mogelijk maakt probleemloos te schakelen tussen benzine en autogas. De FSU wordt voorzien van benzine en autoagas en voert de gewenste brandstof door naar de voertuig originele hogedruk pomp die de brandstofdruk opvoert tot meer dan 100 bar alvorens deze wordt ingespoten. Na installatie zal het systeem net als bij LPi automatisch overgaan op autogas. Uniek aan het systeem is dat er ook op autogas wordt gestart. Het benzine systeem fungeert in deze alleen nog als backup indien de autogas tank leeg raakt. Uiteraard behoud de bestuurder de mogelijkheid om handmatig de brandstof te kiezen met de vertrouwde schakelaar. Autogas heeft de natuurkundige eigenschap dat het onder bepaalde omstandigheden kan verdampen ten gevolge van temperatuurinvloeden. Dit kan resulteren in een enigszins langere starttijd dan dat u op benzine gewend bent. Om dit tot een minimum te beperken wordt bij sommige modellen al bij het openen van het bestuurdersportier de autogas pomp geactiveerd om de systeemdruk te verhogen. Hierdoor kan in een vroeg stadium al eventueel dampvormig autogas worden gecomprimeerd tot vloeistof.
LPi staat voor Liquid Propane Injection en is een systeem van de fabrikant Vialle. Op 25 oktober 2019 heeft Vialle beslist om geen LPi systemen meer uit te leveren vanaf 1 januari 2020. De meeste wisselstukken blijven wel nog leverbaar.
Vanaf de introductie van het LiquidSi systeem in 2013 is Vialle continue bezig geweest dit systeem te verbeteren en te verfijnen met behulp van input vanuit de markt om zo tot een volwaardige vervanger voor LPi te komen. LiquidSi is eenvoudig te installeren, het is een heel flexibel in te zetten systeem, het is ten opzichte van LPi beduidend goedkoper en het valt onder de dezelfde R115 als LPi.
Techniek
Het LPi systeem werkt overeenkomstig het benzine injectie-systeem: vloeibare brandstof wordt rondgepompt en aan de injectoren aangeboden. Het systeem bevat een brandstof-tank met een geïntegreerde membraanpomp. De pomp verhoogt de druk in het brandstofsysteem met 5 bar en pompt het vloeibare autogas naar de drukregeleenheid. De drukregeleenheid regelt de druk in het systeem en bevat een afsluiter die geopend wordt wanneer overschakeling van benzine op autogas plaatsvindt. De brandstof bereikt de injectoren die in het inlaatspruitstuk zijn gemonteerd. Het overtollige autogas wordt via de retourleiding en de drukregeleenheid naar de tank teruggevoerd. De autogas injectoren worden aangestuurd door de autogas-regeleenheid (LPE). Hiervoor wordt het signaal voor de benzine-injectoren afkomstig van de originele ECU gebruikt dat vervolgens wordt vertaald voor de autogas-injector. Alle oorspronkelijke signalen van het motormanagement en diagnosefuncties blijven zodoende intact. Autogas heeft de natuurkundige eigenschap dat het onder bepaalde omstandigheden kan verdampen ten gevolge van temperatuurinvloeden. Dit kan resulteren in een enigszins langere starttijd dan dat u op benzine gewend bent. Om dit tot een minimum te beperken wordt bij sommige modellen al bij het openen van het bestuurdersportier de autogas pomp geactiveerd om de systeemdruk te verhogen. Hierdoor kan in een vroeg stadium al eventueel dampvormig autogas worden gecomprimeerd tot vloeistof.